SCHEMERZONE
"My big fish must be somewhere." - Ernest Hemingway
MESOPELAGISCHE of TWILIGHT zone

GEO feiten
Deze waterlaag, die van 200m tot 1km diepte reikt, is afgebakend door de thermocline (een overgangslijn) en het toenemend gebrek aan zonlicht, onvoldoende voor fotosynthese. Aan de randen van de tektonische platen bevindt deze zone zich boven het continentaal plat. Deze zeeën worden shelfzeeën genoemd.

BIO feiten
Aan de kusten, in de shelfzeeën, afhankelijk van de ondergrond, zacht als slijk, los als zand of rotsachtig, zal zich een andere habitat vormen voor flora en fauna. Er doet zich een rijk ecosysteem voor door de aanwezigheid van mineralen in de sedimentatie (na erosie van de kusten). Ook zijn er meer voedingsstoffen aanwezig omdat de zeespiegel van de oceanen tijdens de laatste ijstijd 100 à 200m lager was en het continentaal plat droog lag.
20% van onze visvangst gebeurt in de "shelfzeeën".
In
de diepste delen hebben organismen dikwijls grote tanden ontwikkeld en een maag
die kan uitzetten om grotere prooien dan zichzelf, baas te kunnen.

THERMOCLINE
De overgangszone tussen de schemerzone en open zee is bepaald door de thermocline, of sprong laag, een abrupte overgang naar snel afkoelend water met een andere densiteit en vermindering van voedsel. Ter hoogte van deze overgang drijft soms een duidelijke stoflaag van nutriënten. Deze ontstaat als volgt: fytoplankton heeft vier elementen nodig om te overleven: water, CO2, licht en nutriënten. In de open water zone is water geen probleem, CO2 ook niet vanwege het contact met de atmosfeer, licht is ook ruim aanwezig maar de nutriënten kunnen opgebruikt geraken. Fytoplankton en de rest van de voedselketen kan sterven en zinken naar dieper water waar bacteriën ze afbreken tot nutriënten. Deze zitten nadien vast ter hoogte van de thermocline.
Op sommige plaatsen op aarde (westelijk gelegen kusten en aan de evenaar) zijn er zeestromingen die opwelling doen ontstaan met een overvloed aan fytoplankton en dus ook visvangst.
OVERLEVEN

- om in hun habitat te kunnen blijven
- voeding te vinden
- en zelf geen voedsel te zijn
.

Om zelf geen voedsel te zijn ontwikkelden sommige vissen, behalve kleur en camouflage patronen, ook een laterale lijn waarmee bewegingen en trillingen in het omringende water waargenomen kunnen worden.

Sleutelsoorten, ook wel hoeksteensoorten genoemd of "keystone species" zijn dier- of plantensoorten die buitensporig effect hebben in hun natuurlijke omgeving ongeacht hun kwantiteit. In de oceanen zijn het organismen die een heel ecosysteem definiëren, zonder hen zou het ecosysteem dramatisch anders zijn of helemaal ophouden te bestaan.
Bv. de zeeotter vs. zee-egel vs. zeewier.
extra SNORKEL MEE!
